Naar aanleiding van de mal met de beeltenis van Maria en Kind, gevonden in de voormalige tuin van het Observantenklooster, stellen jonge bezoekers op de open woensdag middag vaak de vraag: “hoe wordt zo’n mal nu gebruikt?”.
Het antwoord is dan steevast dat in de mal pijpaarde wordt gedrukt die krimpt door het drogen. Hierdoor kan het voorwerp gemakkelijk uit de mal worden gehaald om daarna gebakken te worden.
Afgelopen woensdag was er een wijsneusje die dit antwoord op z'n vraag kreeg. Hij was even stil en zei toen, dat het dus net zo was als met de speculaaspoppen die zijn moeder zelf maakt.
En omdat het aanstaande woensdag 5 december is, een dag bij uitstek om mallen te gebruiken, leggen we de mariamal in de scheplogvitrine. En op de vraag hoe die werd gebruikt, verwijzen we voor één dag - héél simpel - naar alle moeders die zèlf speculaaspoppen maken. De pijpaarde wordt dan vervangen door: meel, suiker, speculaaskruiden, zout, boter en melk; de speculaas kan nà vorming de warme oven in!
En woensdag leggen we ook maar wat speculaas op de tafel, voor de 'geinteresserde bezoeker', zeg maar...