woensdag 4 december 2024

Bikkels en koten

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE

Tegenwoordig is er een overvloed aan speelgoed voor kinderen te koop. Dat was vroeger niet zo. Kinderen speelden vooral met de dingen die voorhanden waren. Speelkoten zijn een mooi voorbeeld. Een speelkoot is een teenkoot van een rund. Als in het najaar werd geslacht, leverde iedere koe acht speelkoten op. Het is dus eigenlijk slachtafval.

Er kon op verschillende manieren met de koten worden gespeeld.

·     Heel populair was een spel dat veel op kegelen lijkt: er werd een aantal speelkoten rechtop gezet, waarna men ze met een werpkoot moest zien om te gooien. De werpkoot werd vaak verzwaard met lood of een ander zwaar materiaal.

·     Een ander spel was dat men een of een paar koten omhoog gooide en keek hoe die weer op de grond terecht kwamen. Het was de bedoeling dan men van tevoren de uitslag zou raden. Een echt gokspel dus. Het werd al in de Romeinse legers gespeeld! En dit spel leent zich natuurlijk voor vals spelen, bijvoorbeeld door een koot aan een kant te verzwaren.

·     Er zijn ook veel speelkoten gevonden die aan één zijde vlak waren gemaakt. Waarschijnlijk werd hiermee een soort sjoelbakken gespeeld.

Verder lezen? Download het artikel van Maarten van Dijk in het boek ‘Gespaard verleden’.

https://drive.google.com/file/d/14PYNkRl56tMktT7CEhql8f5SYrFiZ-bY/view?usp=sharing

 

woensdag 27 november 2024

Water- en beerputten

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE

Een beerput is een put waarin menselijke uitwerpselen worden opgevangen. Bovenop of net naast de beerput stond een huisje met de WC, ofwel het 'secreet'. Alle poep en plas kwam in de beerput terecht. Een beerput kan van hout of baksteen zijn gemaakt. Beerputten van baksteen hadden bovenop vaak een koepeltje. Veel beerputten zijn in het verleden een of meerdere keren geleegd, waarbij de 'beer' als mest aan boeren werd verkocht. 



Voor archeologen zijn beerputten heel interessant, omdat ze ook werden gebruikt om er afval in te gooien, zoals botjes en kersenpitten. En ook de scherven van bijvoorbeeld een bord werden vaak in de beerput gegooid. Beerputten geven daarom veel informatie over de mensen die er woonden. Wat aten ze? Wat voor spullen gebruikten ze? We graaien daarom graag in oude beer!

Tip: klik op de foto van het krantenartikel om het te lezen.

woensdag 20 november 2024

Spaarvarkens

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE

Al eeuwenlang worden in Nederland spaarpotten gemaakt. Het oudste model (van rond 1300) is in de vorm van een moederborst, waarvan de symbolische betekenis voor zich spreekt.

In een afvalkuil bij de opgraving in 1984 op de hoek van de Kerkstraat met de Muurhuizen zijn vier spaarpotten gevonden. Ze dateren van de late 16de eeuw. Twee daarvan zijn van het borst-type en twee zijn spaarvarkens. Ze waren alle vier gebroken en zijn door de stadsarcheologen gelijmd en gerestaureerd.

 

Van een van de spaarvarkens is een mal gemaakt, zodat we zelf replica’s kunnen maken. Het spaarvarken krijgt, nadat het uit de mal is gehaald, oogjes, snuit en oortjes en niet te vergeten zijn krulstaartje. De varkens zijn vervolgens tweemaal gebakken: na de eerste keer nog een tweede keer, deze maal met loodglazuur. Precies als het origineel!

Van deze vondst zijn replica’s te koop bij het Centrum voor Archeologie.

Verder lezen? Download het artikel van Timo d’Hollosy in het boek ‘Een maand op zicht’.

https://drive.google.com/file/d/1jo3bZC02sttjOAb_4jhYdwilKlEF9luu/view?usp=sharing

woensdag 13 november 2024

Opgraving buitenplaats Kouwenhoven

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE

Het rapport van het onderzoek bij Kouwenhoven is een mooi voorbeeld van de samenhang tussen archiefonderzoek en de opgraving. Uit historische bronnen is namelijk bekend dat er op deze plek bij de Eem een 'herehuyzinge' heeft gestaan. De eerste vermelding is uit 1707 en de laatste uit 1774. We hebben geen nauwkeurige kaarten uit deze periode. We wisten dus vrijwel niets over de omvang en het uiterlijk van dit huis. Op de kadastrale kaart van Slits uit 1832 is geen huis ingetekend. Het was er toen dus niet meer. Op deze kaart staan nog wel grachten en waterpartijen. Over wat er precies met het huis is gebeurd was uit de archieven nauwelijks iets bekend.

De opgraving was een unieke kans om meer over de buitenplaats te weten te komen. Van het huis zijn slechts gedeeltes van de kelders, kruipruimte en funderingen bewaard gebleven. Het is toch gelukt een reconstructie van het hele huis te maken. Het huis had eerst een symmetrische opzet, met de keuken als een aanbouw achter het huis. Tijdens een grote verbouwing zijn het huis en de keuken vergroot en is een tweede aanbouw (een spoelplaats) achter het huis gebouwd.

Van de inrichting van de buitenplaats zijn onder andere een grote vijver, plantenbakken, fontein(en) en de sporen van een haag opgegraven. Rondom het huis en deze tuin lag een gracht. Buiten de gracht lagen nog meer gronden van de buitenplaats. Die konden worden bereikt via minimaal vier bruggen. In 1774 overlijdt Ignatius van Honsem, de laatste bewoner van het huis. Kort hierop wordt het huis afgebroken, de tuinen opgeruimd en de grachten gedeeltelijk dichtgegooid. Vanaf die tijd liggen er weilanden en herinneren alleen nog oude kaarten aan de buitenplaats.


In de gracht van Kouwenhoven werd een ijzeren schaats gevonden. Het is de 'schenkel', het smeedijzeren deel van de schaats, dat bevestigd is geweest aan een houten voetplankje. Het hout is verloren gegaan en het ijzer is voor een groot deel weggeroest. Het is een krulschaats geweest, want de aanzet van de krul is nog zichtbaar. We kunnen tegenwoordig niet zo vaak op natuurijs schaatsen. Maar tussen 1600 en 1800 waren er vaak zeer strenge winters. De bewoners van het buitenhuis hebben toen vast vaak op de dichtgevroren grachten geschaatst.

 Verder lezen? Download dan het rapport van de opgraving.

https://drive.google.com/file/d/1TajmuN9geS6Fku3kPahwZU1VhOD53lKd/view?usp=drive_link

donderdag 7 november 2024

Opgraven onder toezicht van Femke Bol


 De opgravingsploeg had de hele dag het gevoel dat er iemand op hun vingers keek

woensdag 6 november 2024

De waterlopen in de binnenstad

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE

Amersfoort is de plek waar de beken uit de Gelderse Vallei samenkomen en als de Eem verder stromen naar zee. En Amersfoort was ook de plek waar je die beken of de Eem over kon steken. De naam van onze stad is afgeleid van 'voorde' (doorwaadbare plaats) door de 'Amer', de oude naam van de Eem. Maar hoe liepen die waterlopen precies? En waar was die doorwaadbare plaats?

De plek waar nu Amersfoort ligt is waarschijnlijk al duizenden jaren een kruispunt van de doorgaande routes van oost naar west en van noord naar zuid. Vanaf de Vroege Middeleeuwen worden Amersfoort en de voordes steeds belangrijker. Waarschijnlijk was er niet één doorwaadbare plaats, maar meerdere. De kruising van de Bloemendalsestraat met het Havik lijkt een goede plek. Of de kruising van de Langestraat met de Zuidsingel/Weverssingel.

Als het veel regende, stroomde er veel water door de beken en de Eem naar zee. Omdat bij Amersfoort al die beken samen komen, waren er vaak overstromingen. We weten inmiddels dat de stad en de bewoners al in de Middeleeuwen grachten gegraven hebben, zodat het water beter en sneller weg kon. Er zijn geen middeleeuwse kaarten van de stad. Er is dan ook heel lang discussie geweest over de vraag welke waterlopen in de binnenstad natuurlijk zijn en welke zijn gegraven. Wij hebben bij onze opgravingen in de afgelopen 40 jaar het antwoord op een deel van die vragen gevonden. Zo stroomde de Eem ongeveer op de plek van de Herenstraat. Ook delen van de Zuidsingel en de Weverssingel liggen op dezelfde plek als vroeger de Eem. Die zijn dus niet gegraven. En de rivier stroomde op de plek waar nu het Havik ligt. Bovendien hebben we ontdekt dat de Kortegracht gegraven is.

Tip: klik op de foto van het krantenartikel om het te lezen.\

 

woensdag 23 oktober 2024

Perkament

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE

Vorige week kon je lezen over onze leervondsten. Een heel bijzonder soort leer is perkament. Dat werd vooral in de middeleeuwen gebruikt om boeken van te maken. Wij vinden bij onze ontgravingen regelmatig stukken perkament in oude beerputten. Hoe kan dat nou?



Echt WC-papier is pas in 1857 in Amerika uitgevonden en heeft langzaam maar zeker de westerse wereld veroverd. Voor die tijd gebruikte mensen een stuk van de krant of ander papier bij het gebruik van het toilet. En in de 17de eeuw hingen (helaas) oude middeleeuwse handschriften op het 'gemak'. En als de bladzijden uit zo’n boek op waren, verdween ook de kaft in hetzelfde gat als de beer.

Verder lezen? Download het artikel van Francien Snieder in het boek 'Een maand op zicht'.


 

dinsdag 22 oktober 2024

Vandaag trakteren wij op een speurtocht

Om ons 40-jarig jubileum te vieren, trakteren we vandaag alle basisschool-leerlingen van groep 7 en 8 in Amersfoort op een archeologische speurtocht. Speuren in de stad’ draait om archeologische dierenvondsten in de binnenstad en biedt uitdagende denkvragen over archeologie en maatschappelijke onderwerpen.


Ontdek al speurend het verborgen verleden van de stad

De speurtocht volgt een route door de binnenstad langs verschillende archeologische dierenvondsten. De originele vondsten zijn niet op straat te zien, maar zijn na de speurtocht te bekijken bij het Centrum voor Archeologie, aan de Westsingel 46. Bij inlevering van de speurtocht krijgen de kinderen een kleine beloning.

Onze wethouder Rutger Dijksterhuis (Erfgoed en archeologie) juicht deze deze speelse manier van onderwijs toe: ,,Dit is een unieke kans voor kinderen om actief te leren over de geschiedenis van Amersfoort. Bij elke stop beantwoorden kinderen denkvragen over zowel de dierenvondsten als onderwerpen die vandaag de dag belangrijk zijn. Zo wordt leren leuk.

Wil je ook meespeuren?

Vanaf vandaag is de speurtocht bij de VVV en de lokale boekhandel in de binnenstad verkrijgbaar. En natuurlijk bij ons op het Archeologisch Centrum aan de Westsingel 46 (woensdag- en vrijdagmiddag geopend tussen 14:00 en 16:30)


woensdag 16 oktober 2024

De leerspecialist

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE

In onze expositieruimte en depot bewaren we meer dan 700 vondsten en objecten van leer. Leer wordt gemaakt van dierenhuiden. Van oudsher kan dat van allerlei soorten dieren zijn. Het dier wordt gevild en alle vet- en vleesresten worden verwijderd. Dat gebeurt al in de prehistorie: huiden veranderen in beschermende kleding en tentdoek. Echte leerlooierijen vind je al bij de Romeinen. Door het looien wordt het leer sterk en waterdicht. Daarna is het leer sterk en soepel genoeg om te vouwen, patronen uit te snijden, te versieren en te naaien.

De leerspecialist kan van de stukken leer die we opgraven een hoop te weten komen. De meeste leervondsten zijn van schoenen. Vaak gebruiken ze hiervoor runderleer, omdat dat zo stevig is. Voor luxe producten wordt ook wel het zachtere hertenleer gebruikt. Schoenen zijn goed te dateren, omdat we inmiddels vrij veel weten over schoenmode door de eeuwen heen.

Leer is een organisch materiaal en blijft het best bewaard onder natte, zuurstofarme omstandigheden. Heeft het lang in de bodem gezeten, dan is het kwetsbaar en moet je het voorzichtig behandelen. Zo lang het niet geconserveerd is moet het nat blijven. De leerspecialist maakt het daarom voorzichtig schoon onder stromend water. Dan wordt het geconserveerd met polyethyleenglycol. Daarna is het sterk genoeg om het te onderzoeken en zelfs eventueel weer in elkaar te naaien.

Verder lezen? Klik dan hier. https://archeologischcentrum.nl/portfolio/leer/

 

woensdag 9 oktober 2024

Opgraving Mooierplein

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE

Voordat het Drakennest werd gebouwd, heette dit gebied het Mooierplein. De kleine huizen in de Mooierstraat en de Rozemarijnsteeg zijn afgebroken voor de bouw van een winkelcentrum. In 1998 kregen de stadsarcheologen de kans dit terrein te onderzoeken.



De opgraving van het Mooierplein heeft ons veel over de geschiedenis van Amersfoort geleerd. Hier zijn de oudste sporen van middeleeuwse bewoning in de binnenstad gevonden: rond 1050. Een andere belangrijke vondst is een vroeg bakstenen huis dat rond 1300 op de plaats van een van deze boerderijen is gebouwd. In 1300 zijn stenen huizen in Amersfoort zeldzaam. En het is een groot huis (8 x 12 m) dat gefundeerd is op grote veldkeien. Een derde belangrijk resultaat van de opgraving is de ontdekking dat de Kortegracht gegraven is en dus niet van natuurlijke oorsprong. De Kortegracht (met in het verlengde de Langegracht), zorgde voor een snelle afwatering vanaf de oostzijde van de stad richting de Eem en Zuiderzee. De Kortegracht is omstreeks 1200 gegraven. En naast de functie van afwateringskanaal hebben de twee grachten misschien ook een rol gehad bij het beschermen van wat toen Amersfoort was: een paar boerderijen, wat huisjes van ambachtslieden en de bisschoppelijke hofstede. Het graven van de Kortegracht is waarschijnlijk op initiatief van de bisschop van Utrecht gebeurd.