Opgraving Horsterweg Leusden
Wij hebben in het najaar van 2019 een grote opgraving uitgevoerd aan de Horsterweg te Leusden. Het verslag van de opgraving is nu gepubliceerd.
In de Late Prehistorie werden de hoger gelegen dekzandruggen in het Eemland en de Gelderse Vallei intensief bewoond. Dit geldt ook voor de dekzandrug waar het onderzoeksgebied ligt. We hebben bewoningssporen aangetroffen uit de Late IJzertijd (250-12 voor Chr.), die waarschijnlijk tot dezelfde nederzetting als het nabijgelegen Schammer hebben behoord. We hebben op het hoger gelegen deel van het terrein minimaal één erf uit de Late IJzertijd gevonden, met een reeks aan bijgebouwen, zoals opslagschuurtjes (zie afbeelding). Gezien de ruimtelijke verspreiding van de bijgebouwtjes, kunnen we aannemen dat de aangetroffen boerderij niet de enige is geweest. Het lijkt zeer waarschijnlijk dat direct buiten het onderzoeksgebied nog meer boerderijen hebben gelegen.
De aanwezigheid van minstens drie bijgebouwtjes in of op de rand van het vennetje doet vermoeden dat deze werd gebruikt voor de visvangst. Om droge voeten te houden op het erf was een sloot gegraven waarmee overtollig water afgevoerd kon worden.
Bij de boerderij zullen akkers hebben gelegen, maar die hebben geen sporen nagelaten. Resten van wat men verbouwde hebben we ook niet aangetroffen, maar wel een complete maalsteen (zie afbeelding). Dit wijst erop dat er graan of vergelijkbare gewassen geteeld zijn.
Omdat de sporen van de boerderij slecht bewaard zijn gebleven, weten we niet of een deel van het gebouw als stal in gebruik was. Schapen of geiten hield men in ieder geval wel; een tweetal spinklosjes voor het bewerken van wol en een aantal verbrande botresten tonen dit aan.
De huisraad van de boerenfamilie bestond uit handgevormde potten van aardewerk. Vermoedelijk maakte men deze zelf. Eventuele voorwerpen van hout of metaal zijn in de zandige bodem niet bewaard gebleven. Al met al was men dus behoorlijk zelfvoorzienend. Maar er was ook contact met de buitenwereld; enkele maalsteenfragmenten zijn gemaakt van vulkanisch materiaal, zoals tefriet. Het is bekend dat maalstenen vanuit de Eifel in Noordwest Europa verhandeld werden, tot in het huidige Leusden aan toe.
Aan het begin van de jaartelling werd het gebied vermoedelijk te nat voor bewoning. De dekzandruggen raakten overgroeid met veen en bleef woeste grond tot in de Late Middeleeuwen. In die tijd lijkt men sloten te hebben graven om de waterhuishouding te verbeteren en het gebied weer te ontginnen. Sinds die tijd heeft het gebied continu een agrarisch gebruik gekend.
In de Tweede Wereldoorlog werd het gebied opgenomen in de door de Duitse bezetters aangelegde Pantherstellung. De sporen hiervan hebben we aangetroffen in de vorm van een brede en diepe tankgracht die in een soort zigzag-patroon dwars door de weilanden en akkers heeft gelopen. Vrij snel na het einde van de oorlog werd de gracht weer gedicht en werd het agrarische landschap weer hersteld.
Verder lezen? Download dan hier het rapport.