maandag 29 augustus 2011

Onderwaterarcheologie


Het CAR heeft er een nieuwe discipline bij: onderwaterarcheologie!



Sinds de samenwerking met de gemeente Bunschoten heeft het CAR er ook een groot wateroppervlak bij wat archeologisch interessant is: de kuststrook van Spakenburg. Spakenburg is sinds mensenheugenis een vissersdorp geweest. Maar met de afsluiting van de Zuiderzee middels de afsluitdijk en het ontwikkelen van Flevoland raakten steeds meer vissers hun baan kwijt. Hun boten (botters genaamd) kwamen hiermee werkeloos in de haven van Spakenburg te liggen, waar ze langzaam wegrotten. Omdat het risico van zinken in de haven te groot werd, moesten de botters weg uit de haven als ze in slechte staat verkeerden. De vissers losten dit op door de boten de haven uit te varen en ze direct buiten de haven voor de kust in de brand te steken en te laten zinken. Op deze manier zijn in de 20ste eeuw vele boten tot zinken gebracht. Omdat de resten onder water liggen zijn ze vrij goed bewaard gebleven. Zolang er geen zuurstof bij kan komen blijven metaal en hout namelijk goed bewaard onder water!




De Gemeente Bunschoten gaat een deel van het kustgebied ontwikkelen. Zo wordt er onder meer een nieuwe jachthaven aangelegd. Bij de nieuwe plannen worden ook over een groot deel van het huidige kustgebied zand opgespoten voor rietaanplant. Dit gaat ook gebeuren op een plek waar mogelijk meerdere botterwrakken liggen. Om te kijken hoeveel van deze wrakken er liggen zijn enkele archeologen met de boot van de havenmeester het water opgegaan. Ze hebben met gps-apparatuur de locaties van de botterwrakken ingemeten en ze voorzien van een markering. Zo kan tijdens de geplande werkzaamheden getracht worden om de wrakken te ontzien. Op deze manier blijven ze hopelijk bewaard voor toekomstige archeologen.