vrijdag 21 oktober 2022

Wat een ramp! De Elleboogkerk

Oktober is de ‘Maand van de geschiedenis’. Dit jaar is het thema ‘Wat een ramp!’. De stadsarcheologen komen bij hun opgravingen regelmatig sporen van rampen tegen. Vanwege de herfstvakantie nu al de laatste aflevering: de opgraving na de grote brand in de Elleboogkerk.

In de herfst van 2007 brak een grote brand uit in de Elleboogkerk aan de Langegracht te Amersfoort, met daarin het Armando Museum. De tentoonstelling die op dat moment was ondergebracht in het museum is voor een groot deel verloren gegaan. Ook aan het gebouw, een neoclassicistische hallenkerk, was de schade groot. Na het blussen van de brand en het ruimen van het puin, stonden alleen de buitenmuren en - gedeeltelijk - de kerktoren nog overeind. Het dak en interieur zijn bijna volledig verloren gegaan.


Voorafgaand aan het herstel van de kerk hebben de stadsarcheologen in 2011 een archeologisch onderzoek uitgevoerd in de vorm van een opgraving. De archeologen hebben alleen onderzoek gedaan op de plek van de noodzakelijke bodemverstorende werkzaamheden. Dat was een smalle strook over de lengte van de kerk. Voor een groot deel is het bodemarchief dus niet verstoord. Wie weet hoe lang de archeologische resten daar nog bewaard zullen blijven voor het nageslacht. 

Tijdens de opgraving deden de stadsarcheologen twee grote verassingen. De eerste is dat de Elleboogkerk ooit een crypte heeft gehad: een ondergronds gewelf met banken en kaarsennissen. De tweede verrassing was dat de crypte vol gestort is met de ornamenten van het koor, die bij de uitbreiding van de kerk in de 19de eeuw daar terecht zijn gekomen. 


Maar ook van de periode voordat hier een kerk stond, zijn de stadsarcheologen resten tegengekomen. In de 14de tot en met de 18de eeuw hebben hier bakstenen woonhuizen gestaan. Er was toen dus helemaal geen sprake van een kerkgebouw. De huizen waren gericht op de Langegracht; aan de kant van de Breestraat bevonden zich de achtertuinen. Voordat hier uit baksteen opgetrokken huizen stonden, werd het terrein ook al bewoond. De bewoning gaat terug tot de 12de eeuw. Uit deze periode hebben we onder andere een waterput en leemvloeren gevonden. Deze hoorden bij houten huizen, maar het hout heeft de tand des tijds helaas niet overleefd.

Verder lezen? Download hier het rapport van de opgraving

maandag 17 oktober 2022

Wat een ramp! Een dubbele overstroming.

Oktober is de ‘Maand van de geschiedenis’. Dit jaar is het thema ‘Wat een ramp!’. De stadsarcheologen komen bij hun opgravingen regelmatig sporen van rampen tegen. Deze week twee overstromingen bij de Herenstraat.


Bij de opgraving aan de Herenstraat werd een ophogingspakket gevonden met een voor de binnenstad grote hoeveelheid aan prehistorische vondsten, zoals aardewerk en vuursteen. Het materiaal is van elders - met een overstroming - aangevoerd. Dezelfde overstromingslaag werd aangetroffen bij de graafwerkzaamheden voor de ondergrondse afvalcontainers verderop in de Herenstraat. Dat hier overstromingen zijn geweest is niet zo vreemd als je bedenkt dat de Eem/Heiligenbergerbeek hier vroeger langs stroomde. 


Bij de opgraving werden niet alleen de sporen van een oude overstroming aangetroffen, ook de opgraving zelf had te lijden van wateroverlast. De brandweer moest er aan te pas komen om de opgraving weer droog te leggen. 

Verder lezen? Download hier het verslag van de opgravingen: Herenstraat en Ondergrondse afvalcontainers

woensdag 12 oktober 2022

Militair Hospitaal: het vervolg.

Afgelopen maandag hebben we een aantal proefsleuven aangelegd op het perceel van het voormalig Militair Hospitaal aan de Hogeweg. We hebben hier in april ook al onderzoek gedaan, maar konden toen nog niet overal op het terrein terecht. Met de sleuven die afgelopen mandag zijn aangelegd is het onderzoek afgerond. Helaas zijn er geen vondsten of sporen aangetroffen, die tot een vervolg onderzoek leiden. Volgende keer beter!



Wat een ramp! De pest.

Oktober is de ‘Maand van de geschiedenis’. Dit jaar is het thema ‘Wat een ramp!’ De stadsarcheologen komen bij hun opgravingen regelmatig sporen van rampen tegen. Deze week de vondst van een skelet bij de Rochuskapel, de pest en de reconstructie van Aagje.

Wie nieuwsgierig is naar het Amersfoortse verleden, kan niet om Aagje heen. Aagje zit voor het raam bij het Centrum voor Archeologie aan de Westsingel. Ze is niet zomaar een pop, ze is een hele accurate reconstructie van iemand die echt heeft geleefd. Aagjes verhaal gaat terug tot de 17e eeuw.


In 2002 hebben de stadsarcheologen de resten van 40 slachtoffers van de pest opgegraven bij het voormalige Pesthuis naast de Sint Rochuskapel aan de Coninckstraat. In Amersfoort woedde van 1635 tot 1637 een vreselijke pestepidemie. In veel steden stierf een op de tien inwoners, soms zelfs een op de drie. Een van de opgegraven skeletten was een vrouw van ongeveer 27 jaar oud. Haar skelet liet zien dat ze een jeugd vol ziekte en ongemak heeft gehad. Ze leed aan bloedarmoede, vitaminetekort en een longziekte. Ook had ze een slecht gebit. Maar dat was niet het ergste. Omdat ze op het Pestlijderskerkhof is begraven nemen wij aan dat Aagje aan de pest is doodgegaan, al kun je dat aan het skelet niet zien. Aagje had een bijzonder voorwerp in haar graf: een gebogen strip van koper die achterop haar schedel zat. Het was een oorijzer, waarmee vrouwen hun kapjes op hun hoofd vastmaakten. Dit oorijzer was rond 1640 in de mode. 


Bijna vier eeuwen na haar dood is het gezicht van Aagje gereconstrueerd. Van de oorspronkelijke schedel is eerst een 3D-scan gemaakt. Hiervan is weer een 3D-print gemaakt, die de basis vormde voor de reconstructie. Alle mensen hebben unieke schedels, en daardoor verschillende gezichten. Maar er zijn ook overeenkomsten. Het is bijvoorbeeld bekend hoe dik de laag spieren, vet en huid op bepaalde plekken op de schedel is. En we weten ook hoe de schedel de vorm van de neus en de breedte van de mond bepaalt. Omdat er aan het oorijzer nog een paar haren bewaard zijn gebleven, weten wij dat Aagje blond haar had.

maandag 3 oktober 2022

Vondst van de Maand: Rampzalige scherven

Oktober is de Maand van de Geschiedenis. Dit jaar is het thema ‘Wat een ramp’. Een goede gelegenheid om een oudere ‘Vondst van de Maand’ nog een keer te exposeren: de granaatscherven die de stadsarcheologen in 1986 op het Lieve Vrouwekerkhof hebben opgegraven. Want deze granaatscherven hebben alles te maken met een van de grootste rampen die Amersfoort heeft gekend. 

Een van de grootste rampen die Amersfoort heeft gekend was de ontploffing van de Onze Lieve Vrouwekerk op 2 augustus 1787. De kerk was toen niet langer in gebruik als kerk, maar onder andere als opslagplaats voor munitie. 

Bij de opgraving in 1986 zijn vijf scherven van een granaat gevonden. Deze scherven waren letterlijk ooggetuigen van een van de grootste rampen uit de Amersfoortse geschiedenis. Of deze scherven afkomstig zijn van de granaat die de ontploffing veroorzaakte zullen we waarschijnlijk nooit weten, maar uit te sluiten valt het niet…