dinsdag 10 juni 2014

En de ton die viel in duigen...

Een kleine twintig jaar geleden werd er tijdens een archeologisch onderzoek aan het Havik een waterput opgegraven. Wat bleek? De schacht van de put bestond uit een eikenhouten ton waarin tientallen gaten waren geboord. De duigen waren doorboord zodat schoon grondwater de put in kon stromen. De waterput was in de 17e eeuw aangelegd en in gebruik, maar de ton zelf werd voor die tijd al gebruikt om vloeistoffen zoals wijn of bier in op  te slaan en te vervoeren.
Ruim 300 jaar later zijn de duigen door de archeologen geborgen en verbleven sindsdien in het depot van de archeologen. Daar hebben de duigen nog bijna twee decennia stof kunnen vangen. Toen was de tijd rijp de gevallen duigen in ere te herstellen. Om te beginnen hebben we de duigen van een nieuw jasje voorzien door ze met bijenwas in te smeren. Het hout was op veel plekken gebarsten en maakte een doffe indruk. Dankzij de bijenwas pronken de duigen nu als weleer. De volgende stap was om alle duigen in de juiste volgorde weer tot één geheel te maken.

Het resultaat is een verrassend fraaie, bijna complete, grote ton, met een hoogte van één meter en een doorsnede van bijna 70 centimeter kon in de ton ruim 325 liter aan vloeistof bewaard worden.
En zo sluiten wij het meest recente hoofdstuk af van een reeds eeuwen oude geschiedenis van de eik, die een ton werd, die een waterput werd, die in duigen viel en tenslotte weer een ton werd.